Nieuws

Terugblik op vier jaar AMROR

Vandaag blikken we met Tjeerd Roozendaal, een van de grondleggers van AMROR, terug op vier jaar AMROR.

Tjeerd, je hebt aan de basis gestaan van AMROR; kun je daar iets meer over vertellen?
“De basis van de samenwerking is gelegd door de toenmalige directeuren van de ingenieursbureaus van Amsterdam en Rotterdam, die beiden hun droom verwoorden. Bij het afscheid van Alexandra van Olst van de gemeente Amsterdam sprak zij, evenals Johan Vermeer van de gemeente Rotterdam, de wens uit dat beide steden hun ingenieursstappen niet meer los van elkaar zouden moeten zetten. Als de ene stad met een vraagstuk zit dan zou je eerste gedachte moeten zijn: hoe lossen ze dat in de andere stad op?
Zo is het begonnen. Kort daarop heb ik het stokje van Alexandra in Amsterdam overgenomen en hebben we AMROR min of meer geformaliseerd. Ik zeg bewust ‘min of meer’, want de kern is dat we met zo min mogelijk afspraken en zo veel mogelijk vertrouwen in elkaars vakmanschap samen de dingen willen oppakken. Dat moet een soort vanzelfsprekendheid zijn en in ieders DNA gaan zitten. Zo hebben we bewust ook geen financiële afspraken vastgelegd. Dat kan ook niet, want voor je het weet richt je een aparte bureauorganisatie op en wordt dat een enorm vehikel. En daarmee ga je voorbij aan de essentie van een netwerkorganisatie, namelijk minimale hiërarchie en bureaucratie, maximale ruimte om elkaar in te schakelen.”

Wat zijn volgens jou de kernwaarden van AMROR?
“Die zijn heel goed verwoord in het gedachtegoed van AMROR; krachten bundelen, kennis delen, niet meer ieder voor zich, maar kijken naar de maatschappelijke vraagstukken en daarop inspelen. Iedereen die zich bij het netwerk aansluit is een ambassadeur van AMROR. Dat betekent dat je het gedachtegoed en de waarden respecteert en er zelf naar handelt, zodat je het ook laat zien aan een ander. Daar zijn we de afgelopen vier jaar met het huidige netwerk heel goed in geslaagd.”

Is de samenwerking ook echt zichtbaar? Wat zijn mooie AMROR voorbeelden van ‘samen doen’?
“Een heel mooi voorbeeld vind ik de collega’s die samen werken aan de restlevensduur van kunstwerken. De mensen die zich binnen de drie moederorganisaties met dit onderwerp bezig houden, weten elkaar inmiddels feilloos te vinden en zijn op de inhoud op elkaar geënt. Dat is wel degelijk op het AMROR conto te schrijven.”

“Een ander mooi voorbeeld is de daadwerkelijke uitwisseling van mensen binnen de drie organisaties. Af en toe eens een periode bij een andere organisatie meedraaien, daar zijn mooie voorbeelden van. Dat is echt puur te danken aan het AMROR netwerk. En het mes snijdt hier aan twee kanten: we lossen door die uitwisselingen niet alleen de capaciteitsvraagstukken van de organisaties op, maar bovenal investeren we in onze goede professionals. We mogen heel trots zijn op de AMROR samenwerking. En laten we vooral ook met elkaar blijven benoemen wat nu echt de opbrengsten van die samenwerking zijn.”

Waar zie je nog kansen voor AMROR?
“Wat mij betreft mogen we ook meer kennis gaan uitwisselen op het gebied van organisatie- en managementvraagstukken. Iedere afzonderlijke organisatie heeft met grote uitdagingen te maken. Bijvoorbeeld over capaciteitsmanagement, opleiden of in- en uitstroom. Op dat gebied kunnen we volgens mij ook heel goed van elkaar leren en kan nog een slag gemaakt worden. Datzelfde geldt voor kennisuitwisseling over innovaties. Ook sluit ik niet uit dat we in de toekomst als opdrachtgevers meer uniform en gestandaardiseerd één gezicht naar de markt kunnen vormen. Daarmee maken we tenderprocessen goedkoper en transparanter. Laten we daar binnen AMROR eens met elkaar over na gaan denken.”

Heb je de afgelopen 4 jaar nog nieuwe inzichten opgedaan over de AMROR samenwerking?
“Die droom van toen staat nog steeds en wordt wat mij betreft alleen maar groter”

Zie je voor je zelf nog een rol weggelegd om aan AMROR bij te dragen?
“Ik houd heel graag contact met het AMROR netwerk. Ik blijf altijd ambassadeur van AMROR dus je kunt mij daar zeker op aanspreken.”

Tjeerd heeft zelfs een heus AMROR boompje in zijn tuin staan. Een boom wordt vaak geassocieerd met levenscycli en verbinding. Symboliek die je ook kunt associëren met een organisatie of in dit geval met een netwerksamenwerking. “We hebben ‘m een paar jaar geleden geplant en ieder jaar rond de jaarwisseling staan we even stil bij het AMROR boompje en blikken we terug op het AMROR jaar.”

Het AMROR boompje staat ten tijde van ons gesprek in volle bloei.

 

Dit was het derde en laatste deel van het interview-drieluik met Tjeerd Roozendaal. Deel 1 en 2 gemist? Teruglezen kan hier < deel 1  over Tjeerd’s overstap van Amsterdam naar RWS> en  < deel 2 over samenwerken >